1.ALGEMEENHEDEN

1.1 Vooraleer de eerste studies worden aangevat, bezorgt de opdrachtgever aan de ARCHITECT alle nodige gegevens inzake de eigendomstitels, de nutsvoorzieningen, de juiste terreingegevens met afpalingen en terreinhoogten, de stedenbouwkundige voorschriften e.d.

De opdrachtgever stelt de ARCHITECT in kennis van alle werkelijke of persoonlijke lasten alsmede van alle gebeurlijke openbare of private erfdienstbaarheden met betrekking tot het goed waarop de werken zullen uitgevoerd worden.

De opdrachtgever laat de juiste terreinbegrenzing aanduiden door zijn landmeter.

Hij geeft aan de ARCHITECT de toestemming om, in zijn naam en voor zijn rekening, alle nuttige inlichtingen bij de verschillende administraties in te winnen.

1.2 De opdrachtgever verklaart dat hij over de nodige geldelijke middelen kan beschikken om de werken te gepaste tijde te kunnen financieren. Zoniet omschrijft hij in de overeenkomst de reeds ingediende of nog in te dienen leningsaanvraag, nodig om aan het voorziene budget te kunnen voldoen. Hij vermeldt meteen ook uitdrukkelijk of het bekomen van de lening al dan niet een opschortende voorwaarde is voor het voortzetten van de architectuuropdracht.

2.OPDRACHT EN VERPLICHTINGEN VAN DE ARCHITECT

De ARCHITECT is de ARCHITECT en de artistieke en technische raadgever van de OPDRACHTGEVER, wiens belangen hij dient in vertrouwen en met ijver, in overeenstemming met de wet, het algemeen belang en zijn deontologie.

Tenzij anders overeengekomen is de ARCHITECT niet de mandataris van de OPDRACHTGEVER. Zijn opdracht is enkel een middelenverbintenis.

De OPDRACHTGEVER vertrouwt aan de ARCHITECT de opdracht toe:

-Volledige opdracht (ontwerp, controle, andere taken)

In geval van de toekenning van een gedeeltelijke opdracht of verbreking van de overeenkomst door de OPDRACHTGEVER, erkent de OPDRACHTGEVER dat de ARCHITECT hem heeft geïnformeerd dat de werken niet kunnen uitgevoerd worden zonder controle van een andere ARCHITECT.

De OPDRACHTGEVER bevestigt uitdrukkelijk dat, ten einde te voldoen aan deze wettelijk verplichtingen, hij de controle op de uitvoering zal toewijzen aan een andere ARCHITECT en de coördinaten van deze laatste zal meedelen aan de ARCHITECT. De ARCHITECT zal, in voorkomend geval, de Orde van Architecten en de overheidsinstantie die de vergunning heeft afgeleverd kennis geven van zijn gedeeltelijke opdracht.

De OPDRACHTGEVER zal de ARCHITECT vrijwaren voor alle financiële gevolgen van de tekortkomingen van de OPDRACHTGEVER op de wettelijke en contractuele bepalingen met betrekking tot de aanstelling van een ARCHITECT belast met de controle die aan de ARCHITECT ten laste zouden worden gelegd.

De OPDRACHTGEVER ontslaat in voorkomend geval de ARCHITECT van elke aansprakelijkheid voor de ontwerpfouten in de plannen die de ARCHITECT tijdens een normale werfcontrole had kunnen vaststellen en herstellen zonder dat dit op dat ogenblik schade voor de OPDRACHTGEVER zou veroorzaakt hebben.

2.1 Basisopdracht:

Het detail van deze opdracht is nader omschreven in de volgende definitie van de basistaken.

2.1.1 De studie van de haalbaarheid van het project.

De ARCHITECT onderzoekt of het door de OPDRACHTGEVER gewenste bouwprogramma te verzoenen is met zijn vooropgesteld budget, de zichtbare terreinkenmerken en de stedenbouwkundige voorschriften. Hij rapporteert zijn bevindingen aan de OPDRACHTGEVER.

2.1.2 Het voorontwerp met benaderende raming.

De studie van een voorontwerp bevat:

  • een onderzoek van de bouwplaats met het oog op de keuze van de opvatting van het bouwwerk;
  • een studieontwerp omvattende de eerste grafische weergave van het door de OPDRACHTGEVER opgemaakte programma en voorgesteld door een tekenschets al dan niet op schaal;
  • de uitwerking van de gekozen schets op schaal 1/100 of kleiner;
  • een beschrijvende nota en een beknopte en benaderende raming, berekend per eenheid van oppervlakte of volume. De schetsen die aan de keuze van de OPDRACHTGEVER worden onderworpen zijn beperkt tot drie voor éénzelfde terrein of voor éénzelfde programma; elke bijkomende schets geeft recht op een bijzondere vergoeding.

2.1.3 Het dossier voor de bouwaanvraag.

Het ontwerp wordt uitgewerkt met inachtname van de stedenbouwkundige verordeningen. Weigeren van bouwtoelating door een bestuurlijke overheid bij afwezigheid van fout van de ARCHITECT, heeft geen weerslag op de betaling van het ereloon aan de ARCHITECT.

2.1.4 Het uitvoeringsdossier.

Het uitvoeringsdossier omvat:

  • de uitvoeringsplannen op schaal van 1/50 of 1/100;
  • de detailtekeningen, dienende om bepaalde constructie-elementen nader te bepalen met het oog op de uitvoering van de ruwbouw, de voltooiings- of de sierwerken. De ARCHITECT oordeelt, volgens de aard van het werk, over de noodwendigheid of het aantal van de af te leveren detailtekeningen.
  • Het lastenboek, bevattende de algemene en bijzondere administratieve en technische voorwaarden omtrent de uit te voeren werken.

2.1.5 De controle van de werken.

De controle op de werken omvat de algemene controle op de uitvoering, conform aan de goedgekeurde plannen en de regels van de kunst.

De controle op de uitgevoerde werken houdt geen bestendig toezicht in op de activiteiten uitgevoerd op de bouwplaats. Ze houdt noch de algemene leiding van de werken in, noch de bestendige controle op de verwerking van de materialen, noch het nazicht van veiligheidsvoorwaarden die geheel tot de taak van de aannemer(s) behoren.

De ARCHITECT kan derhalve niet verantwoordelijk gesteld worden voor het feit dat ten gevolge van zijn controles reeds uitgevoerde werken moeten afgebroken of gewijzigd worden. De ARCHITECT is evenmin verantwoordelijk voor de gebeurlijke vertragingen te wijten aan of gevolgen van de weigering van de aannemer om zijn fouten te herstellen

De ARCHITECT vergewist zich regelmatig van de goede staat van de uitgevoerde werken en van het goede verloop van de werken met betrekking tot de goede afloop van het bouwprogramma, de regels van de kunst en de contractuele overeenkomst waarvan de beoordeling tot de normale bevoegdheid van de ARCHITECT hoort. De ARCHITECT bepaalt het aantal, het tijdstip en de periodiciteit van de controles. De controle wordt in principe om de week uitgevoerd door de ARCHITECT of door zijn gekwalificeerd afgevaardigde, evenwel aangepast om te gepaste tijde de conformiteit van bepaalde belangrijke constructiedelen te kunnen controleren alvorens die onbereikbaar worden. Deze controle vermindert geenszins de verantwoordelijkheid van de aannemers inzake de regels van het goede vakmanschap. Het bewijs van de controleprestaties kan worden gegeven door alle rechtsmiddelen zoals de werfverslagen, het werfdagboek, het aanbrengen van getuigen desgevallend inbegrepen.

Bijkomende controles, uitdrukkelijk gevraagd door de OPDRACHTGEVER, kunnen in regie aangerekend worden.

Van elk werfbezoek zal een verslag worden opgesteld dat aan alle belanghebbenden zal bezorgd worden. De mededeling per fax of e-mail geldt als bewijs van verzending. Afwezigheid van reactie binnen de 5 werkdagen geldt als definitieve aanvaarding.

De ARCHITECT is niet verantwoordelijk indien de aannemer geen gevolg geeft aan de opmerkingen vermeld in de werfverslagen of weigert om de vereiste herstellingen en/of aanpassingen uit te voeren.

2.1.6 Het nazicht van de rekeningen.

De ARCHITECT verleent bijstand bij het nazicht van de rekeningen. Hij onderzoekt de toestand van het werk, de aanvragen tot betaling van voorschotten en de verrekening van minder of meer uitgevoerd werk. Hij stelt de voorstellen tot voorlopige of definitieve betaalstaten op of verleent in voorkomend geval hieraan zijn medewerking.

2.2 Bijkomende opdracht.

De OPDRACHTGEVER belast de ARCHITECT tevens met volgende bijkomende taken. De ARCHITECT kan de uitvoering van deze taken toewijzen aan derden.

2.2.1 Documenten voor lening- en premieaanvragen.

Specifieke door de OPDRACHTGEVER te omschrijven stukken, vereist voor leningdossiers en/of premieaanvragen.

2.2.2 Opsplitsing van het bouwdossier en de bestekken afgestemd op de uitvoering van de werken in afzonderlijke aannemingen:

De coördinatie van de studies, het opstellen van de administratieve dossiers en van de aannemingscontracten afgestemd op een uitvoering van de werken in afzonderlijke aannemingen. De coördinatie van de eventuele onderaannemers blijft volledig onder de bevoegdheid en de verantwoordelijkheid van de aannemer die ze heeft aangeduid.

2.2.3 De meetstaat.

De gedetailleerde en samenvattende meetstaten van de uit te voeren werken.

2.2.4 De Coördinatie van de aannemingen.

De ARCHITECT bepaalt de uitvoeringstermijn en de aanvangsdatum van de werken van elke contractuele aannemer. Hij verwerkt dit in een coördinatie-planning en geeft de nodige instructies aan de contractuele bouwpartners.

2.2.5 Bijstand bij de voorlopige oplevering

De ARCHITECT verleent bijstand bij de oplevering van de werken tussen aannemers en OPDRACHTGEVER. De taak van de ARCHITECT bestaat er bij de oplevering van de werken in de OPDRACHTGEVER bij te staan en te oordelen of het werk door de aannemer of de aannemers overeenkomstig de plannen en het bestek uitgevoerd is. Hij gaat na of eventuele tekortkomingen dienen aanleiding te geven tot herstelling of weigering van de oplevering.

3.VEILIGHEID OP DE WERF

Dit artikel zal verschillend opgesteld zijn naargelang het de ARCHITECT is die de coördinator(en) aanstelt.

(1) Bouwwerken met een totale oppervlakte kleiner dan 500 m²

De ARCHITECT vestigt de aandacht van de OPDRACHTGEVER op de bepalingen van de Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (in het bijzonder de artikels 14-32) en van het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, waarvan de laatste wijziging werd ingevoerd bij K.B. van 19 januari 2005 (B.S., 27 januari 2005).

De ARCHITECT wijst er in het bijzonder op dat de studiefase van het project niet kan worden aangevat alvorens een coördinator-ontwerp is aangesteld en dat de uitvoering van de werken niet kan worden aangevangen alvorens een coördinator-verwezenlijking is aangesteld.

De ARCHITECT zal een coördinator-ontwerp aanstellen. De ARCHITECT zal de verplichtingen die hem worden opgelegd door het K.B. van 25 januari 2001 in hoedanigheid van bouwdirectie belast met het ontwerp naleven en zal er in het bijzonder op toezien dat  de coördinator-ontwerp:

  • op volledige en voldoende wijze de verplichtingen naleeft die de in voege zijnde regelgeving hem oplegt;
  • bij alle stadia van alle activiteiten met betrekking tot de uitwerking, de wijzigingen en de aanpassingen van het ontwerp van het bouwwerk wordt betrokken;
  • alle inlichtingen nodig voor de uitvoering van zijn taken ontvangt; desbetreffend wordt de veiligheidscoördinator uitgenodigd op alle vergaderingen belegd door de bouwdirectie belast met het ontwerp en ontvangt hij alle studies uitgevoerd door de bouwdirectie belast met het ontwerp binnen een termijn die hem toelaat zijn taken naar behoren te vervullen;
  • bij het eind van zijn opdracht aan de OPDRACHTGEVER of bouwheren, een exemplaar van het aangepast veiligheids- en gezondheidsplan, desgevallend van het aangepast coördinatiedagboek en van het post-interventiedossier overmaakt, tegen ontvangstbewijs.

De ARCHITECT zal een coördinator-verwezenlijking aanstellen. De ARCHITECT zal de verplichtingen die hem worden opgelegd door het K.B. van 25 januari 2001 in hoedanigheid van bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering naleven en zal er in het bijzonder op toezien dat  de coördinator-verwezenlijking:

  • op volledige en voldoende wijze de verplichtingen naleeft die de in voege zijnde regelgeving hem oplegt;
  • bij alle stadia van alle activiteiten met betrekking tot de uitwerking van het bouwwerk wordt betrokken;
  • alle inlichtingen nodig voor de uitvoering van zijn taken ontvangt; desbetreffend wordt de veiligheidscoördinator uitgenodigd op alle vergaderingen belegd door de bouwdirectie belast met de uitvoering en de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering en ontvangt hij alle studies uitgevoerd door de bouwdirecties binnen een termijn die hem toelaat zijn taken naar behoren te vervullen;
  • bij het eind van zijn opdracht aan de OPDRACHTGEVER of bouwheren, een exemplaar van het aangepast veiligheids- en gezondheidsplan, desgevallend van het aangepast coördinatiedagboek en van het post-interventiedossier, zoals voorzien in het K.B. van 25 januari 2001, overmaakt tegen ontvangstbewijs.

Na de beëindiging van de opdracht van de coördinator-verwezenlijking, zal de OPDRACHTGEVER het post-interventiedossier moeten aanvullen en is hij verplicht om:

  • het bij elke notariële akte te voegen die wordt opgesteld met betrekking tot de volledige of gedeeltelijke vervreemding van het bouwwerk;
  • het ter beschikking van elke huurder te houden;
  • het ter beschikking van de veiligheidscoördinator of aannemers te houden bij latere werken.

Deze aanstellingen gebeuren door de ARCHITECT in naam en voor rekening van de OPDRACHTGEVER en zullen het voorwerp uitmaken van afzonderlijke, schriftelijke overeenkomsten. De veiligheidscoördinator is geen onderaannemer van de ARCHITECT, noch een aangestelde in de zin van artikel 1384, 1e lid, B.W.

De lasten en kosten ontstaan uit de tussenkomst van de coördinator-ontwerp en van de coördinator-verwezenlijking zijn uitsluitend ten laste van de OPDRACHTGEVER. De OPDRACHTGEVER verbindt er zich toe om de kosten en erelonen van de veiligheidscoördinator rechtstreeks aan de veiligheidscoördinator te betalen, na voorlegging van diens facturen door de ARCHITECT.

 (2) Bouwwerken met een totale oppervlakte gelijk aan of groter dan 500 m²

De ARCHITECT vestigt de aandacht van de OPDRACHTGEVER op de bepalingen van de Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (in het bijzonder de artikels 14-32) en van het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, zoals deze van kracht zijn op de datum van het afsluiten van deze overeenkomst.

De OPDRACHTGEVER zal één coördinator-ontwerp aanstellen tijdens de studiefase van het bouwwerk en, voor de aanvang van de uitvoering van de werken op de tijdelijke of mobiele werkplaats, één coördinator-verwezenlijking, overeenkomstig de bepalingen van het K.B. van 25 januari 2001, waarvan de laatste wijziging werd ingevoerd bij K.B. van 19 januari 2005 (B.S.., 27 januari 2005).

Deze aanstellingen zullen het voorwerp uitmaken van één of meerdere afzonderlijke, schriftelijke overeenkomsten. Deze aanstellingen gebeuren in naam en voor rekening van de OPDRACHTGEVER. De lasten en kosten ontstaan uit de tussenkomst van de coördinator-ontwerp en van de coördinator-verwezenlijking zijn uitsluitend ten laste van de OPDRACHTGEVER. De OPDRACHTGEVER verbindt er zich toe om de kosten en erelonen van de veiligheidscoördinator rechtstreeks aan de veiligheidscoördinator te betalen.

De OPDRACHTGEVER verbindt zich ertoe om de verplichtingen die hem worden opgelegd door het K.B. van 25 januari 2001 na te leven.

De ARCHITECT wijst er in het bijzonder op dat de studiefase van het project niet kan worden aangevat alvorens een coördinator-ontwerp is aangesteld en dat de uitvoering van de werken niet kan worden aangevangen alvorens een coördinator-verwezenlijking is aangesteld.

Na de beëindiging van de opdracht van de coördinator-verwezenlijking, zal de OPDRACHTGEVER het post-interventiedossier moeten aanvullen en is hij verplicht om:

het bij elke notariële akte te voegen die wordt opgesteld met betrekking tot de volledige of gedeeltelijke vervreemding van het bouwwerk;

  • het ter beschikking van elke huurder te houden;
  • het ter beschikking van de veiligheidscoördinator of aannemers te houden bij latere werken.

4.Technische raadgevers

Technische raadgevers zoals ingenieurs en / of andere specialisten worden met voorafgaande instemming van de ARCHITECT door de OPDRACHTGEVER aangeduid. De uitvoering van deze gespecialiseerde studies behoren niet tot de opdracht van de ARCHITECT. Hiervoor wordt afzonderlijke overeenkomsten opgemaakt tussen de technische raadgever en de OPDRACHTGEVER.

De opdracht van de ARCHITECT inzake de gespecialiseerde studies beperkt zich tot:

  • het verifiëren dat de studies van de technische raadgevers overeenstemmen met het architectuurontwerp;
  • het geven van de nodige richtlijnen teneinde de respectievelijke controles te coördineren;
  • de integratie van de studies van de technische raadgevers in het architectuurontwerp.

De ARCHITECT draagt geen aansprakelijkheid noch voor de uitvoering van de studie, noch voor vertragingen, fouten of wijzigingen aan deze studies, noch voor de controle op de werken met betrekking tot de gespecialiseerde studies.

De OPDRACHTGEVER verklaart, m.b.t. het aanstellen van een stabiliteitsingenieur, van de ARCHITECT het typedocument “Honorarium voorstel stabiliteit” te hebben ontvangen en verklaart tevens dat hij het contract dat hij onderschrijft met dit studiebureau minstens de in het type-document vermelde opdrachten “aan te leveren documenten” zal omvatten..

5.ENERGIEPRESTATIEREGELGEVING

5.1De OPDRACHTGEVER verklaart op de hoogte te zijn gesteld door de ARCHITECT omtrent de energieprestatieregelgeving welke tot doel het stimuleren van het energiezuinig bouwen en gebruik van gebouwen heeft. In dit kader worden eisen opgesteld op vlak van thermische isolatie, energieprestatie en gezond binnenklimaat. (meer informatie is te vinden op www.energiesparen.be)

De OPDRACHTGEVER is verplicht van bij het ontwerp rekening te houden met deze eisen en de nodige middelen te voorzien in zijn budget om de nodige werken en leveringen overeenkomstig de geldende eisen te laten plaatsvinden.

De bouwheer verbindt er zich toe om ten laatste binnen de 2 maand na goedkeuring van het voorontwerp een EPB-verslaggever aan te stellen.De bouwheer verbindt er zich toe om alle noodzakelijke stavingsstukken te verzamelen tbv de EPB-aangifte. Alle EPB-boetes die zouden voortvloeien uit het in gebreke blijven van de aannemers of van de bouwheer zelf, vallen in geen geval ten laste van de architect.

5.2 De OPDRACHTGEVER verklaart bij ondertekening van huidige overeenkomst:

  • voldoende geïnformeerd te zijn omtrent zijn wettelijke taken in het kader van de energieprestatieregelgeving waaronder de plicht van de bouwheer om een verslaggever aan te stellen, deze mede de startverklaring te laten ondertekenen en om deze behoorlijk ingevulde startverklaring uiterlijk 8 dagen voor de start van de werken in te dienen;
  • Op de hoogte gesteld te zijn dat de ARCHITECT middels huidige overeenkomst niet is aangesteld als EPB-verslaggever;
  • Dat hij de nodige initiatieven heeft genomen of onverwijld zal nemen tot het aanstellen van een verslaggever en de identiteit van de verslaggever uiterlijk bij het indienen van de startverklaring zal meedelen aan de ARCHITECT.

5.3 De OPDRACHTGEVER zal zich houden aan het ontwerp opgesteld in samenspraak met de ARCHITECT welke voldoet aan de minimale eisen zoals genoemd in artikel 5.1. Hij zal zich onthouden om éénzijdig wijzigingen aan te brengen of nog andere dan de door de ARCHITECT voorgestelde maatregelen te aanvaarden, zonder daatoe over het schriftelijk akkoord van de ARCHITECT te beschikken.

De OPDRACHTGEVER ziet erop toe dat alle intervenanten bij het bouwgebeuren informatie, wijzigingen en aanpassingen met een impact op de EPB-aangifte onderling uitwisselen en aan de verslaggever overmaken, waarbij zij alle beslissingen voorafgaand voor advies voorleggen aan de ARCHITECT.

 5.4 Wanneer de OPDRACHTGEVER zich niet houdt aan zijn wettelijke verplichtingen inzake de energieprestatieregelgeving zij het aan zijn contractuele verbintenissen zoals genoemd in huidige architectenovereenkomst, dan behoudt de ARCHITECT zich het recht voor om na voorafgaandelijk en ultieme aangetekende ingebrekestelling, de architectenovereenkomst te verbreken opzichtens de OPDRACHTGEVER. In voorkomend geval zal de bouwheer een forfaitaire schadevergoeding verschuldigd zijn zoals bepaald in artikel 10.1.3.

6.BEVEILIGING VAN DE WONING D.M.V. OPTISCHE ROOKMELDERS (voor het Vlaams Gewest)

6.1 De bouwheer verklaart op de hoogte te zijn gesteld door de ARCHITECT omtrent het decreet houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders (decreet van 8 mei gepubliceerd in het BS van 25/06/2009). Dit decreet bepaalt dat alle nieuw te bouwen woningen en alle woningen waaraan renovatiewerken worden uitgevoerd waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist moeten uitgerust worden met correct geïnstalleerde rookmelders. Bij de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning voor de bouw of de uitvoering van de renovatiewerken moet worden aangegeven waar de rookmelder of rookmelders geplaatst zullen worden

 6.2 Het decreet verwijst niet naar regelgeving of technische voorschriften over de plaatsing van deze rookmelders. De ARCHITECT is  evenmin specialist in de plaatsing van rookmelders. Hij kan dan ook niet aansprakelijk gesteld worden voor een correct en juiste plaatsing. De ARCHITECT zal rekening houdend met de voor hem beschikbare informatie bij de ontwerpfase en met het oog op het indienen van een stedenbouwkundige vergunning adviseren over de te plaatsen rookmelders.

6.3 Onder rookmelders wordt verstaan een apparaat conform NBN EN 14604 dat reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en dat niet van het ionische type is. Het is aan de bouwheer om de nodige initiatieven te nemen om minstens de voorziene (en correcte) rookmelders aan te schaffen en correct te bevestigen.  De ARCHITECT kan niet aansprakelijk gesteld worden als deze niet (of niet correct) worden aangebracht.

7.Aansprakelijkheid van de ARCHITECT en verzekering

7.1.De contractuele en tienjarige aansprakelijkheid van de ARCHITECT zijn bepaald door de van kracht zijnde wetten. De tienjarige aansprakelijkheid van de ARCHITECT neemt een aanvang bij de voorlopige oplevering.

De aansprakelijkheid voor lichte verborgen gebreken die niet gedekt zijn door de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek wordt conventioneel beperkt tot een periode van 1 jaar na de voorlopige oplevering.  Elke rechtsvordering uit dien hoofde is slechts ontvankelijk mits ze ingesteld wordt binnen een termijn van zes maanden na de dag dat de OPDRACHTGEVER kennis had of had moeten hebben van het gebrek.

De OPDRACHTGEVER aanvaardt dat de ARCHITECT nooit ter vrijwaring kan geroepen worden uit hoofde van hinder uit nabuurschap (artikel 544 Burgerlijk Wetboek).

De ARCHITECT is tot geen enkele vorm van aansprakelijkheid gehouden indien de OPDRACHTGEVER afwijkt van de door de overheidsinstanties goedgekeurde plannen of tekeningen. De OPDRACHTGEVER zal de ARCHITECT vrijwaren indien deze aansprakelijk zou worden gehouden in geval van overtredingen op de stedenbouwkundige wetgeving ingevolge een feit te wijten aan de OPDRACHTGEVER.

De ARCHITECT kan nooit aansprakelijk worden gehouden voor laattijdige uitvoeringen, tenzij deze is te wijten aan een fout in zijn hoofde.

 7.2.De ARCHITECT draagt geen enkele verantwoordelijkheid voor de handelingen of fouten van de andere bouwpartners, die tussenkomen in de oprichting van het gebouw en tegenover wie hij geen enkele verplichting heeft. De ARCHITECT is slechts verantwoordelijk voor eigen fouten.

Voor zover aan de ARCHITECT door de reglementering op de tijdelijke en mobiele werkplaatsen verplichtingen worden opgelegd inzake de coördinatie van de veiligheid en gezondheid op de werf kan de ARCHITECT enkel aansprakelijk worden gehouden voor zijn persoonlijke fout. De ARCHITECT kan niet aansprakelijk worden gehouden voor de handelingen of fouten van de veiligheidscoördinator.

7.3.Er is wederzijds aangenomen dat de ARCHITECT geen enkele aansprakelijkheid in solidum draagt met andere bouwpartners voor wie hij nooit verplichtingen heeft ten opzichte van de OPDRACHTGEVER.

 7.4.In geval van budgetoverschrijding naar aanleiding van de uitvoering van de werken welke door een fout van de ARCHITECT is ontstaan, zal de hieruit voortvloeiende schade limitatief en forfaitair worden vergoed door afstand van het ereloon op het gedeelte van de prijs boven het overeengekomen budget.

De OPDRACHTGEVER zal de ARCHITECT steeds de mogelijkheid geven om besparende maatregelen te nemen zelfs wanneer deze een wijziging van het bouwprogramma inhouden.

7.5.De ARCHITECT kan niet aansprakelijk gesteld worden, ook niet in ondergeschikte orde, voor de verborgen gebreken van materialen van onderdelen en hun opgelegde verwerking.

7.6.De ARCHITECT heeft een verzekering onderschreven die zijn volledige beroeps- en bedrijfsaansprakelijkheid waarborgt.  De geldelijke gevolgen van zijn burgerlijke aansprakelijkheid zijn beperkt tot de maximale dekking verstrekt door de maatschappij.  Deze polis is geldig afgesloten bij de maatschappij Protect onder polisnummer 00/N01511. De ARCHITECT maakt op eerste verzoek een kopie van de polisvoorwaarden van deze verzekering over aan de OPDRACHTGEVER.

7.7 De partijen komen overeen dat in geval van betwistingen die verband houden met de uitvoering van deze overeenkomst elke partij de kosten en het ereloon van hun juridische, technische en andere raadslieden zelf draagt en deze post wordt uitgesloten van de eventueel te verhalen schade.  De  partijen kunnen elkaar niet ter vrijwaring roepen voor de betaling van kosten en erelonen van juridische, technische en andere raadslieden van andere partijen die hetzij rechtstreeks, hetzij onrechtstreeks bij het bouwgebeuren betrokken zijn.

8.VERPLICHTINGEN VAN DE OPDRACHTGEVER

8.1 Budget.

De OPDRACHTGEVER bepaalt het budget en staat in voor de geldelijke middelen nodig om het programma uit te voeren. Hij zorgt ervoor dat de nodige kredieten tijdig beschikbaar zijn.

8.2 Administratieve plicht.

De OPDRACHTGEVER ondertekent alle nodige stukken voor de bouwaanvraag en zet zich in voorkomend geval persoonlijk in om verhaal uit te oefenen tegenover de overheid of derden. Hij maakt onverwijld alle administratieve en burgerlijke documenten, bestemd voor het ontwerpen en uitvoeren van de bouwwerken en in het bijzonder de bouwvergunning en bijvoegsels, over aan de ARCHITECT.

De OPDRACHTGEVER vervult alle formaliteiten om de aansluiting te bekomen op de verschillende netten van de nutsvoorzieningen en riolering.

8.3 Bouwverzekering.

Het is de OPDRACHTGEVER aangeraden, vanaf de aanvang van de werken, de eigendom tegen alle ongevallenrisico’s, water-, storm-, sneeuw- en vorstschade, glasbreuk en brand te verzekeren. Het is aanbevolen dat de OPDRACHTGEVER zich tevens verzekert inzake zijn burgerlijke verantwoordelijkheid, lichamelijke letsels aan bezoekers, evenals zijn persoonlijke aansprakelijkheid op grond van art. 544 van het Burgerlijk Wetboek inzake burenhinder waarbij materiële schade wordt berokkend aan de eigendom van buren, veroorzaakt door de uitvoering van de werken, en die niet te wijten is aan de verantwoordelijkheid van een der uitvoerders of aan een ontwerpfout.

8.4 Uitvoering der werken.

De OPDRACHTGEVER zal enkel bekwame en solvabele uitvoerders aanstellen, die beschikken over een vestigingsvergunning voor de werken in kwestie. Zij dienen daarvoor volgens de Belgische Wetgeving ook voor deze als aannemers geregistreerd te zijn.

De OPDRACHTGEVER zal erover waken dat de uitvoerders beschikken over de verzekeringen, voorzien in het beschrijvend bestek en de overeenkomst.

Hij zal de ARCHITECT vooraf per aangetekend schrijven verwittigen omtrent de aanvang der werken.

De OPDRACHTGEVER zal pas betalingen uitvoeren nadat hij in het bezit is gesteld van de documenten die daartoe in het bestek of in het aannemingscontract voorzien zijn. Bij iedere betaling zal de OPDRACHTGEVER de registratie van de aannemer nagaan. De ARCHITECT is ter zake en te allen tijde ontlast, zelfs wanneer hij betalingen zou toegestaan hebben.

Voor alle betalingen steunend op vorderingsstaten, zal de OPDRACHTGEVER schriftelijk akkoord van de ARCHITECT afwachten.

Hij komt niet rechtstreeks tussen in de opdracht van de ARCHITECT, en geeft nooit rechtstreeks richtlijnen aan de uitvoerders. De OPDRACHTGEVER zal de aannemer in gebreke stellen bij het niet opvolgen van de opmerkingen vanwege de ARCHITECT.

8.5 De OPDRACHTGEVER voert zelf werken uit.

Indien de OPDRACHTGEVER sommige werken zelf uitvoert, is hij verplicht deze te voltooien volgens de regels van de kunst. Hij alleen draagt het risico, niet over de nodige technische vaardigheden te beschikken. Hij neemt daarbij ook de verantwoordelijkheid die normaal door de aannemer wordt genomen. Hij schikt zich naar de coördinatieplanning.

Wanneer de OPDRACHTGEVER zelf voor de materialen instaat, verklaart hij zich bevoegd om deze te keuren en hun conformiteit met het beschrijvende bestek na te gaan. Hij zal tevens instaan voor hun tijdige levering.

8.6 Onderhoud van het gebouw na de voorlopige oplevering.

Vanaf de voorlopige oplevering onderhoudt de OPDRACHTGEVER het gebouw, diverse gebouwonderdelen en zijn omgeving als een goede huisvader, een goede referentie onderhoud vormt “De praktische Gids voor onderhoud van gebouwen” uitgegeven door het WTCB.

8.7 Registratie aannemers en BTW-tarief

Het toegepaste BTW-tarief is gebaseerd op de verklaringen van de OPDRACHTGEVER. Hij alleen is verantwoordelijk voor de inhoud van deze verklaringen en voor eerbiediging van de toepassingsvoorwaarden van dit tarief. Legt de OPDRACHTGEVER een onjuiste verklaring af betreffende de bestemming van het gebouw en de daaruit voortvloeiende registratieverplichting van de aannemers of het toe te passen BTW-tarief, of laat hij na, latere wijzigingen aan de eerder afgelegde verklaringen te melden, dan draagt hij alleen de gevolgen die daaruit voortspruiten, namelijk inzake de toe te passen BTW-tarieven, de verplichtingen voortvloeiend uit de toepassing van de registratiewetgeving van aannemers, het verlies of de vermindering van premies of van fiscale voordelen, enzovoort.

9.OPLEVERINGEN

9.1 De voorlopige oplevering.

9.1.1 Bij het einde van de werken, nodigt de ARCHITECT de OPDRACHTGEVER uit om over te gaan tot het nazicht van het bouwwerk teneinde te komen tot een bewijs van aanvaarding voor de aannemers en voor de ARCHITECT.

De voorlopige oplevering houdt in dat de OPDRACHTGEVER vanaf dat ogenblik het gebouw in zijn zichtbare staat aanvaardt.

9.1.2 Met de voorlopige oplevering t.a.v. de ARCHITECT eindigen diens contractuele verplichtingen, met uitzondering van:

  • zijn bijstand aan de OPDRACHTGEVER tot aan de definitieve oplevering;
  • zijn aansprakelijkheid voor de door hem begane fouten i. v. m. verborgen gebreken;
  • zijn tienjarige aansprakelijkheid.

De waarborgperiode voor de verborgen gebreken, die niet onder de tienjarige aansprakelijkheid vallen, vangt aan bij de voorlopige oplevering en eindigt bij de definitieve oplevering.

De OPDRACHTGEVER dient de ARCHITECT per aangetekende brief binnen een termijn van drie maand na het verschijnen van een verborgen gebrek op de hoogte te brengen, op straffe van nietigheid. De termijn van zijn tienjarige aansprakelijkheid gaat in op datum van de voorlopige oplevering.

9.1.3 Hetzelfde principe inzake opleveringen en hun gevolgen geldt voor iedere aannemer, behoudens wanneer met de aannemer contractueel anders is overeengekomen.

9.1.4 De voorlopige oplevering wordt vastgesteld bij geschreven proces-verbaal, tegensprekelijk opgesteld.

De voorlopige oplevering wordt verleend, ook al worden er gebreken of fouten vastgesteld waarover de ARCHITECT adviseert dat er verbeteringen of herstellingen aan te brengen zijn, voor zover deze fouten en hun herstellingen de bewoonbaarheid of het normaal gebruik van het gebouw niet overmatig in het gedrang brengen en op voorwaarde dat de aannemer de verbintenis aangaat de nodige herstellingen of werken uit te voeren binnen de termijnen, die bepaald worden in het proces-verbaal van de voorlopige oplevering. Evenwel zal de inbezitneming en/of ingebruikneming zonder enig voorbehoud van de OPDRACHTGEVER gelden als voorlopige oplevering en dit op risico van deze laatste.

9.1.5 De handtekening van de OPDRACHTGEVER op het proces-verbaal van voorlopige oplevering geldt, zelfs als de aannemer het PV weigert te handtekenen, als zijn akkoord met de voorlopige oplevering voor de ARCHITECT.

9.1.6 Na de voorlopige oplevering contacteert de OPDRACHTGEVER zelf de respectievelijke aannemers om een geschikte uitvoeringsdatum voor de verbeteringswerken overeen te komen.

9.2 Definitieve oplevering

Eén jaar na de voorlopige oplevering is de definitieve oplevering voor de ARCHITECT verworven tenzij de OPDRACHTGEVER hem tijdens deze waarborgperiode schriftelijke opmerkingen heeft geformuleerd die onder de aansprakelijkheid van de ARCHITECT vallen. In het geval van vervreemding van het goed na de voorlopige oplevering, is de definitieve oplevering van rechtswege verworven.

9.3 De relatie OPDRACHTGEVER – ARCHITECT.

De ARCHITECT staat de OPDRACHTGEVER bij tijdens de oplevering. Hij geeft de OPDRACHTGEVER advies over de gebreken die moeten hersteld worden, over de toe te passen waardeverminderingen en/of vergoedingen, en desnoods over de weigering tot opleveren. Aldus ingelicht, kan de OPDRACHTGEVER slechts anders handelen op zijn eigen risico en gevaar.

10.DE ONTBINDING VAN DE OVEREENKOMST

10.1 De eenzijdige ontbinding van de overeenkomst door de OPDRACHTGEVER.

10.1.1 Overeenkomstig het artikel 1794 van het B.W. heeft de OPDRACHTGEVER steeds de mogelijkheid om, in afwezigheid van een fout van de ARCHITECT, eenzijdig een einde te stellen aan de huidige overeenkomst.

10.1.2 Wanneer de OPDRACHTGEVER de lopende opdracht beëindigt omdat hij, buiten zijn fout om, dient af te zien van de oprichting van het geplande bouwwerk, hetzij wegens een weigering van de bevoegde overheid om de bouwtoelating af te leveren, hetzij wegens het niet verkrijgen van de lening, op voorwaarde dat deze, conform aan voorgaand artikel 1.2, een opschortende voorwaarde vormt voor het nog niet uitgevoerde deel van de opdracht, heeft de ARCHITECT recht op het ereloon met betrekking tot de reeds geleverde prestaties en op de integrale terugbetaling van de gedane kosten.

10.1.3 In alle gevallen van eenzijdige ontbinding door de OPDRACHTGEVER, andere dan deze bedoeld in voorgaand artikel 10.1.2, heeft de ARCHITECT recht op de erelonen voor de geleverde prestaties, op de integrale terugbetaling van de gemaakte kosten en op een schadevergoeding gelijk aan 25% van de erelonen voor de nog niet geleverde prestaties. Die schadevergoeding is van rechtswege verschuldigd vanaf de eenzijdige ontbinding van de overeenkomst, zonder voorafgaande ingebrekestelling.

10.2 Het verbreken van de overeenkomst wegens fout van de OPDRACHTGEVER.

10.2.1 Indien de OPDRACHTGEVER de ARCHITECT in de onmogelijkheid brengt zijn opdracht verder te zetten, aanvaardt hij dat, veertien dagen na het verzenden van een zonder gevolg gebleven aangetekend schrijven van de ARCHITECT, de huidige overeenkomst van rechtswege en zonder verdere ingebrekestelling ten zijne nadele ontbonden is.

10.2.2 Men dient met name te beschouwen dat de ARCHITECT onmogelijk zijn opdracht verder kan zetten en de verbreking van rechtswege door een fout van de OPDRACHTGEVER gerechtvaardigd is als:

  • de OPDRACHTGEVER werken verwezenlijkt of wil doen verwezenlijken die wegens hun aard onverenigbaar zijn met de goede uitvoering van het in uitvoering zijnde bouwwerk, of die niet beantwoorden aan de regels van de kunst, of die in strijd zijn met de bouwvergunning, of die uitgevoerd worden zonder voorafgaande kennisgeving aan de ARCHITECT;
  • de OPDRACHTGEVER zonder voorafgaande toestemming van de ARCHITECT rechtstreeks instructies geeft aan een aannemer of aan deze laatste instructies geeft strijdig met de opvatting van de ARCHITECT;
  • de OPDRACHTGEVER binnen de veertien dagen geen antwoord geeft op vragen of brieven van de ARCHITECT;
  • wanneer de OPDRACHTGEVER de opdracht of de werken gedurende minstens één jaar heeft onderbroken.

10.3 Verbreking van de overeenkomst wegens fout van de ARCHITECT

De OPDRACHTGEVER is gerechtigd van rechtswege de overeenkomst te verbreken in geval de ARCHITECT zijn contractuele verplichtingen niet nakomt, mits deze laatste voorafgaand in gebreke is gesteld en is aangemaand om binnen een redelijke termijn zijn verplichtingen na te komen.

10.4 Stopzetting van de opdracht door de ARCHITECT

Indien de ARCHITECT zonder geldige reden afziet van het voortzetten van de opdracht die hij heeft aangenomen,

Heeft hij slechts recht op de erelonen voor de geleverde prestaties, eventueel onder voorbehoud van een schadeloosstelling verschuldigd aan de OPDRACHTGEVER om de meerkost aan erelonen van de ARCHITECT die is aangesteld om de opdracht te voltooien te vergoeden. Die schadevergoeding kan maximum 25% van het ereloon voor de nog niet uitgevoerde prestaties bedragen.

11.GESCHILLEN

Alleen de gewone rechtbanken zijn bevoegd om de geschillen tussen de partijen te beslechten.

Overeenkomstig de wet van 26-06-63 kan de Provinciale Raad van de Orde op verzoek van de partijen, de geschillen over erelonen beslechten.

12.AUTEURSRECHTEN

De ARCHITECT behoudt de intellectuele eigendom van zijn studies, schetsen en tekeningen, maquettes en documenten evenals op het geheel van het uitgevoerde werk. Bijgevolg behoudt hij het exclusieve recht op reproductie en meer bepaald op het gebruiken van de plannen en de andere vernoemde elementen in het kader van andere opdrachten.

De OPDRACHTGEVER, daarentegen, mag zonder de uitdrukkelijke toelating van de ARCHITECT, de plannen of de andere voornoemde elementen niet overmaken aan derden of ze aanwenden voor de realisatie van een ander bouwwerk.

De bedingen met betrekking tot de auteursrechten zijn eveneens van toepassing op foto- of cinematografische opnames van het gebouw, het signeren van het werk en op wijzigingen door de OPDRACHTGEVER aangebracht die het werk van de ARCHITECT ingrijpend veranderen.

13.Wijzigingen en verrekeningen

Behoudens afwijkende bepalingen in deze overeenkomst, kan de overeenkomst  met inbegrip van de opdracht van de ARCHITECT, slechts gewijzigd worden door middel van een voorafgaande, schriftelijke en uitdrukkelijke overeenkomst.

Elke wijziging van de plannen en / of lastenboek zal voorafgaandelijk tussen partijen besproken worden. De ARCHITECT zal de besproken afwijking opnemen in een verslag en daarbij, voor zoveel als mogelijk, de kostprijs en de invloed op het budget berekenen.

De OPDRACHTGEVER erkent dat deze berekening benaderend is en afwijking geen aansprakelijkheid  in hoofde van de ARCHITECT veroorzaakt, tenzij deze afwijking het gevolg is van een fout in hoofde van de ARCHITECT.

Het verslag zal ook de invloed van de wijziging op de erelonen van de ARCHITECT bepalen. Tenzij anders bepaald worden de bijkomende prestaties van de ARCHITECT ten gevolge van de wijziging begroot overeenkomstig artikel 4.4 van de bijzondere voorwaarden.

Het verslag zal aan de OPDRACHTGEVER worden toegestuurd per fax, e-mail of (bij gebreke daaraan) voor zover het niet voor ontvangst wordt afgetekend, per aangetekend schrijven. De OPDRACHTGEVER wordt geacht met de wijziging akkoord te gaan indien hij na de ontvangst van het verslag hierop niet binnen 8 dagen op dezelfde wijze reageert.

14 Diversen

14.1.Nietigheidsbeding

De nietigheid van een deel van de overeenkomst leidt niet op zich tot de nietigheid van het geheel van de overeenkomst.

14.2.Betwistingen

Deze overeenkomst is onderworpen aan het Belgisch recht.

Elk geschil dat zou kunnen rijzen naar aanleiding van de uitvoering of de interpretatie van deze overeenkomst, behoort tot de uitsluitende bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.

14.3 communicatie per SMS

SMS berichten kunnen als onbestaande worden beschouwd en wordt geen rekening mee gehouden.